Activisten van het Identitair Verzet hebben actie gevoerd bij het beeld van Ernesto “Che” Guevara op het Jaarbeursplein in Utrecht. Als onderdeel van een ‘tentoonstelling’ wordt hier een standbeeld vertoond van de slachter van La Cabana, een communistische moordenaar. Het Identitair Verzet is tegen de verheerlijking van (massa-)moordenaars en terroristen in ons straatbeeld.

Hoewel de “progressieve” moordenaar Ernesto Guevara in de laatste jaren een gekend object is geworden op kleding, huisdecoraties en nog veel meer vindt het Identitair Verzet het niet te verkroppen dat kritiekloos een standbeeld van deze moordenaar tentoon wordt gesteld in de openbare ruimte.

In de guerrillastrijd van de communisten speelde Ernesto een grote rol, en als rechterhand van Fidel Castro raakte hij al snel berucht. Ernesto Guevara werd zelfs door zijn eigen mannen al snel gevreesd voor zijn hardheid en meedogenloosheid. Het was dan ook al tijdens de guerrillastrijd dat ‘Ché’ eigenhandig begon met de slachting van dissidenten en eenieder die hij ervan verdacht betrokken te zijn bij de Cubaanse staat. Na overwinning van het heersende ‘Batista’ regime wisten Ché en zijn leider Fidel Castro binnen korte tijd van Cuba een politie-staat te maken, en waren mensenrechten voor veel Cubanen absent.

Binnen een jaar wist het nieuwe regime dan ook meer dan 1100 mensen ter dood door een vuurpeloton te veroordelen, velen zonder degelijk en eerlijk proces . Ché werd aan het hoofd geplaatst van de inmiddels beruchte La Cabana gevangenis, en was leidinggevend in het uitvoeren van vele honderden executies. Intussen vulden Ché en zijn ‘progressieve’ kompanen werkkampen met dissidenten, Jehova’s getuigen, homoseksuelen, zwarte Cubaanse Priesters en alle anderen die op enige wijze niet binnen Ché zijn ideaal pasten.

Ché was ook een uitgesproken voorstander van een nucleaire confrontatie gedurende de koude oorlog, en hij hekelde het gebrek aan daadkracht van de Sovjet Unie. Hij was er van overtuigd dat de communisten de nucleaire oorlog zouden winnen, en op de puinhopen en lijken een communistische wereld gebouwd kon worden.

Ché Guevara heeft nooit afstand geprobeerd te nemen van zijn daden, integendeel. In zijn dagboek schept hij op over het executeren van een man, en in een speech voor de Verenigde Naties vertelde hij trots dat zij ‘hebben geëxecuteerd, nog steeds executeren en zullen blijven executeren”. Thor Halvorssen, oprichter van de Human Rights Foundation, riep eerder reeds op om te stoppen met het verheerlijken van deze man, Ché was geen held, maar een brute tiran.

Buiten alle moorden en gewelddaden die Ché op zijn geweten heeft staat hij nog om een karaktertrek bekend; Ché was een onverbeterlijke racist. Zo tekende hij zelf in zijn dagboeken de volgende uitspraken op “De zwarten, de geweldige voorbeelden van het Afrikaanse ras, die hun raszuiverheid hebben weten te bewaren dankzij een gebrek aan affiniteit met wassen’ en “de zwarte is loom en een dromer, hij geeft zijn magere loon uit aan frivoliteiten of drank; de Europeaan heeft een traditie van werken en sparen, wat hem tot deze hoek van Amerika gedreven heeft  en wat hem drijft zichzelf te ontwikkelen”.

Het voorgaande in beschouwing nemende kan het Identitair Verzet zich niet verenigen met de keuze om de passanten van Utrechts grootste station ongevraagd, en zonder enige aandacht voor de wandaden van deze man, bloot te stellen aan de aanblik van een gewetenloze moordenaar. Het Identitair Verzet roept om deze reden dan ook op deze walgelijke, misplaatste ‘kunst’ per direct te verwijderen. Ω

 

IMG_0173  IMG_0174IMG_0178